Workshop Voedingscentrum over volle zuivel in de Schijf van Vijf op jubileumcongres DCN

Deel dit artikel:

workshop-voedingscentrum-over-volle-halfvolle-of-magere-zuivel-in-de-schijf-van-vijf-op-jubileumcongres-dcn

Door Angela Severs

De Gezondheidsraad sprak zich in de Richtlijnen goede voeding niet negatief uit over volle zuivel. Toch staat volle zuivel niet in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Op het congres van de Diëtisten Coöperatie Nederland (DCN) lichtte Astrid Postma- Smeets van het Voedingscentrum deze keuze toe in een van de workshops. Het congres vond plaats op 2 december en was ter ere van het 25-jarig bestaan van DCN.

90% geconsumeerd melk is halfvol of mager

Driekwart van alle geconsumeerde melk(producten) in Nederland is halfvol of mager. Specifiek voor melk valt 90% zelfs in de categorie halfvol of mager. Hiermee wordt de Schijf van Vijf dus al grotendeels gevolgd. De vraag is echter of je als diëtist nog ruimte hebt om in individuele gevallen volle zuivel te adviseren? Volgens dr. ir. Astrid Postma-Smeets van het Voedingscentrum kan dat wel: ‘Al is de ruimte wel beperkt omdat de voeding dan al snel meer dan 10 energie% verzadigd vet bevat.’

Gezondheidsraad: geen onderscheid in vol, halfvol of mager

In de Richtlijnen goede voeding uit 2015 maakt de Gezondheidsraad geen onderscheid tussen volle, halfvolle en magere zuivel. Er is te weinig onderbouwing voor het effect op het LDL-cholesterolgehalte van volle zuivel ten opzichte van magere en halfvolle zuivel, zo staat in het achtergronddocument over zuivel. Postma-Smeets: ‘Toch doet de Gezondheidsraad er indirect een uitspraak over bij het onderdeel over voedingspatronen. Gezonde voedingspatronen scoren hoog op onder meer halfvolle en magere zuivel en bevatten onder meer weinig volle zuivel. Verder stelt de Gezondheidsraad dat voedingsnormen vanaf 2000 gehanteerd blijven. Het advies voor maximaal 10 energie% verzadigd vet stamt uit 2001.’

Rekensom zuivel in Schijf van Vijf

Postma-Smeets rekende de aanwezigen van de workshop voor hoeveel verzadigd vet de Schijf van Vijf levert en welke ruimte overblijft voor dagkeuzes en weekkeuzes. Het Voedingscentrum heeft de grens van opname in de Schijf van Vijf voor zuivel gelegd bij halfvolle zuivel en voor kaas bij 30+-kaas. Dagkeuzes mogen maximaal 1,7 gram verzadigd vet bevatten. Volle zuivel en volvette kaas leveren meer verzadigd vet en zijn volgens het Voedingscentrum daarom weekkeuzes. De Schijf van Vijf levert in totaal 17 gram verzadigd vet voor vrouwen, terwijl ze maximaal 22 gram mogen binnenkrijgen. Voor mannen levert de Schijf van Vijf 20 gram verzadigd vet en hun maximum is 29 gram.

Weekkeuzes relatief minder impact op verzadigd vet

Postma-Smeets: ‘Er is dus ruimte, maar vooral bij vrouwen is die toch wel beperkt.’ Met maximaal 5 dagkeuzes van maximaal 1,7 gram verzadigd vet komt er nog maximaal 8,5 gram verzadigd vet bij. Bij weekkeuzes valt het mee. Een rookworst per week levert omgerekend slechts 0,4 gram verzadigd vet per dag en een stuk appeltaart 0,8 gram. Postma-Smeets: ‘Weekkeuzes hebben relatief weinig impact op het gehalte aan verzadigd vet in de voeding vergeleken met dagkeuzes.’

Dagelijks volle zuivel? Bespaar ergens anders op verzadigd vet

Wat als iemand dagelijks 2 porties volle zuivel neemt in plaats van magere of halfvolle en kiest voor volvette kaas in plaats van 30+ kaas? Postma-Smeets: ‘Met 2 porties volle zuivel krijg je 3-6 gram extra verzadigd vet binnen en met 2 plakken volvette kaas 2,5 gram extra.’ Binnen de Schijf van Vijf is het mogelijk om te besparen op verzadigd vet om ergens anders ruimte te creëren. Als voorbeelden noemde Postma-Smeets bij vlees de keuze voor kipfilet, bij noten de keuze voor amandelen en bij smeervetten de keuze voor halvarine in plaats van margarine. Dit laatste bespaart bijvoorbeeld 4 gram verzadigd vet.

Plantaardige zuivelvervangers

‘Hoe kijkt het Voedingscentrum aan tegen plantaardige zuivelvervangers?’, vroeg een van de deelnemers. Voor het Voedingscentrum is een belangrijk criterium dat plantaardige zuivelvervangers dezelfde voedingsstoffen leveren als zuivel, zoals eiwitten, calcium en vitamine B12. Postma-Smeets: ‘In dat geval kunnen ze qua nutriënten een prima vervanger zijn. Op klimaatbelasting scoren plantaardige zuivelvervangers beter, maar van zuivel weten we wel veel meer over de gezondheidseffecten. Naar de gezondheidseffecten geval kunnen ze qua nutriënten een prima vervanger zijn. Op klimaatbelasting scoren plantaardige zuivelvervangers beter, maar van zuivel weten we wel veel meer over de gezondheidseffecten. Naar de gezondheidseffecten van plantaardige zuivelvervangers is nog maar weinig onderzoek gedaan.’