Michelle van Roost: ‘Al nudgend de SinterSnoepTijd door’

Deel dit artikel:

al-nudgend-de-sintersnoeptijd-door-aldus-michelle-van-roost


De heerlijke SinterSnoepTijd is aangebroken. Eindelijk! Na de vooraankondiging eind augustus met kruidnoten in de supermarkten, moesten we nog even geduld hebben tot de verlossende intocht.

Lege tassen voor het snoepgoed

Maar de ouders waren voorbereid: met pakjes en zakjes susten ze de kinderen de lunch door. Want de ouderwetse boterham leek niet populair als de geur van pepernoten in de lucht hangt. Ook de kinderen bleken voorbereid. Sommigen hadden zelfs een lege plastic tas bij zich. Doel? Zoveel mogelijk kruidnoten verzamelen. Dit waren kids met een missie. En de ouders? Die vonden het prima; zij hielden de tas tussendoor wel vast. Want dat staat niet lekker, met zo’n tas achter een hek. Die lege tassen had ik nog niet eerder gezien; verrassend!

Wie telt er kruidnoten?

In lijn met die observatie ligt de terugkerende vraag van ouders en verzorgers hoe je het deze periode leuk maar ook gezond houdt. Het Voedingscentrum besteedt hier ook aandacht aan. Zij leggen vooral de nadruk op kennis over dag- en weekkeuzes. En op hoeveel energie al dat lekkers geeft. Zo zijn 10 kruidnoten beter dan 5 chocolade kruidnoten, maar 5 pepernoten zijn nóg beter, want die bevatten meer lucht. Maar wie telt er kruidnoten? Doen uw cliënten dat?

Stop met tellen en ga nudgen

Hoe realistisch is het om op die manier de decemberperiode in te gaan? Mijn ervaring is dat het vaak de omgeving is die uitnodigt om meer te eten dan je eigenlijk zou willen. En dat niemand zin heeft om kruidnoten te tellen. Daarom vind ik de praktische vertaling van nudgingexperimenten van onder andere Brian Wansink heel bruikbaar in deze Sintersnoeptijd:

  • Bewaar het Sint(-Maarten)snoep in een gesloten pot, liefst ondoorzichtig. Het blijkt dat als je het niet ziet, je minder geneigd bent om te eten.
  • Zet die gesloten pot buiten bereik en uit je zicht (ook van de kids). Achter een deurtje of wat hoger op een plank, in plaats van op ooghoogte of op het aanrecht. Dan hoef je ook niet elke keer de keuze te maken om er niet van te nemen.
  • Maak gebruik van het effect van ‘eye-balling’. Met je ‘oog’ bepaal je of iets veel is of weinig. Een hoeveelheid snoep in een grote witte schaal lijkt minder dan dezelfde hoeveelheid in een klein wit schaaltje.
  • Meer variatie geeft ook zin om meer van elk te proeven. Zet daarom liever minder dan meer soorten snoepgoed op tafel.
  • Nudge vooral de gezonde keuze door vaker wat gezondere dingetjes op tafel te zetten, naast of in plaats van de ongezondere. Kijk ook hierbij naar portiegrootte ; ). Maak het bijvoorbeeld makkelijker en verleidelijker om de gezondere hapjes te eten, en wat lastiger om de minder gezonde keuze te eten. Pel mandarijntjes al van te voren en presenteer ze op een schaaltje, of snij groente en fruitsnackjes in leuke handige formaatjes, kies voor veel verschillende kleuren snoeptomaatjes of snackworteltjes en pak een taaitaaipopje juist in of zet de kruidnoten ernaast in een gesloten ondoorzichtige pot met smalle opening, om nog net even die drempel op te werpen…
  • Maak subtiel inzichtelijk wat er gegeten wordt; prik bijvoorbeeld zachte pepernoten met of zonder een schuimpje of stuk fruit eens op een vrolijke cocktailprikker. Ruim de prikkers niet op, laat ze gewoon op tafel liggen. De gedachte hierachter; volgens experimenten wordt er minder gegeten als het inzichtelijk is hoeveel er al gegeten is.
  • Koop je zelf snoepgoed in? Al neem je een grote of kleine zak; uiteindelijk gaat ie leeg. Koop daarom liever een kleinere dan een grote.
  • Verdeel een grotere zak in kleinere porties geschikt voor kinderen en volwassenen (bijvoorbeeld in afgesloten boterhamzakjes). Met zo’n uitdeelzakje weet een kind direct waar hij aan toe is.

Michelle van Roost is levensmiddelentechnoloog (WUR) met een brede interesse in voeding en gezondheid. Als BGN-gewichtsconsulent, gespecialiseerd in Kind & Gezin weet ze wat er speelt bij consumenten, maar heeft tegelijkertijd met haar werkervaring een brede kijk op de voedingsmiddelenindustrie. Samen met Manon van Eijsden leidt ze Voedingsjungle. De naam is een knipoog naar hun missie: mensen – van consument tot bedrijfsleven- helpen hun weg te vinden in het oerwoud van voedingsadviezen. Michelle is nieuwsgierig, ondernemend en volgt de voedingswetenschap op de voet. En met 3 jonge kinderen weet ze wat voor uitdaging het kan zijn om binnen een druk gezins- en werkleven een gezonde leefstijl na te streven.