Stap voor stap een kind gezond leren eten

Deel dit artikel:

Jong geleerd is oud gedaan. Dat geldt ook en misschien wel juist voor gezond eten. Tegelijkertijd is een kind gezond leren eten één van de moeilijkste opgaves voor jonge ouders. Concreet advies helpt om ouders een gezonde basis te laten leggen voor hun kind.

Jonge ouders kunnen zich bij de eerste hapjes amper voorstellen dat hun kind na 12 maanden al met de pot mee-eet. In dat eerste jaar verandert er veel, maar gelukkig gaat het stapje voor stapje. Die stappen en de aandachtspunten bij het advies aan jonge ouders zijn samengevat in het Voedingsjungle Stappenplan 0-2 jaar Van melkvoeding naar met de pot mee-eten

STAP 1 en 2: van -9 tot 4 maanden

De basis van gezond leren eten is het proeven en leren lusten van verschillende smaken. Dat begint al tijdens de zwangerschap. Via het vruchtwater proeft de baby mee van de voeding van de moeder. Krijgt de baby daarna borstvoeding, dan helpen ook de kleine smaakvariaties in de moedermelk bij de smaakontwikkeling. Bij kunstvoeding mist een kind die smaakvariaties. Dat is niet per se erg, maar het maakt het starten met goede oefenhapjes tussen 4 en 6 maanden wél extra belangrijk.1,2

STAP 3: van 4 tot 6 maanden

In de periode tussen 4 en 6 maanden staan baby’s meer open voor nieuwe smaken. Door te beginnen met groente als oefenhapje leert een baby minder zoete smaken accepteren.3,4 Adviseer ouders om in die eerste twee weken met drie verschillende zacht smakende groenten te beginnen, zoals wortel, bloemkool, broccoli, courgette of pompoen. En om één smaak per keer te geven. Elke volgende week kan een nieuwe smaak geïntroduceerd worden. Vanaf circa vier weken kan zo’n nieuwe smaak ook fruit zijn.

Een tijdige opbouw in textuur is belangrijk om de kans op latere eetproblemen te verkleinen

Smaken leren

De bereidheid tot proeven is bij die eerste hapjes heel belangrijk. Een glimlach van de ouder doet wonderen om een kind te helpen telkens opnieuw een hapje te proberen. Ouders weten vaak niet dat uitspugen of een vies gezicht trekken niets zegt over ‘lusten’ of ‘lekker vinden’. Het leren lusten van smaken kost tijd; soms wel 8 tot 10 keer proeven.5,6 Daarnaast kunnen smaakvoorkeuren ook zomaar veranderen.7 Het blijven aanbieden van verschillende smaken – door het introduceren van nieuwe en het herhalen van bekende smaken – is dan ook een continu aandachtspunt in het Stappenplan.

STAP 4, 5 en 6: van 6 tot 12 maanden

Tussen 6 en 12 maanden wordt stap voor stap een gevarieerde voeding opgebouwd: na de groente- en fruitintroductie volgen brood en pap; daarna fijngemaakte hapjes en vervolgens grofgeprakte maaltijden. Een tijdige opbouw in textuur is belangrijk om de kans op latere eetproblemen te verkleinen.3,5,8 Tegelijkertijd wordt de melkvoeding afgebouwd en breekt het moment aan om het kind te laten wennen aan waterdrinken. Water heeft net als veel groente een neutrale, niet-zoete smaak. Door het aanbieden van niet-gezoete producten wordt de smaakontwikkeling bij baby’s verder gestimuleerd.8

Aandacht voor vetten en vezels

Een aandachtspunt bij het advies aan ouders is dat ze bij het afbouwen van de relatief vette melkvoeding een vervangende bron moeten vinden van gezonde vetten.8 Echte zachte margarine voor op brood (80% vet) is een goede bron, maar nauwelijks meer te koop. Help ouders dus op weg met een goed alternatief, zoals een zacht smeerbaar margarineproduct met circa 60% vet of meer. Daarnaast wordt de opbouw van vezels belangrijk.8 Het advies is om te starten met lichtbruin brood; dat bevat circa 4,5 gram vezels per 100 gram brood. Geef in deze periode concreet advies aan ouders over producten die ze kunnen geven, maar vooral ook hoe ze producten kunnen beoordelen en etiketten moeten lezen. Zodat ouders leren zien welk margarineproduct, welke pap of welk brood gezond is.

Leren eten: meer dan proeven 

Vanaf het moment dat fijngemaakte hapjes grovere maaltijden worden, begint ook de eetopvoeding. Kinderen houden van structuur. Wanneer ze nu een eetritme aanleren, met afgebakende eetmomenten aan tafel, kan dat op latere leeftijd gejengel tussen maaltijden door tegengaan. Daarnaast hebben kinderen ook ruimte nodig om zelf eten te proeven en te beleven, met hun eigen handen en bestek. Leren eten is meer dan alleen smaak, het is ook ruiken en voelen.7

Preventie voedselallergie

In het advies aan ouders is de ‘start’ met oefenhapjes verschoven van 6 maanden naar 4 of 5 maanden. Dat heeft te maken met de smaakontwikkeling, maar ook met de blootstelling aan allergenen. Een vroege introductie van allergenen – vanaf 4 maanden – kan het risico op een voedselallergie verlagen. In de praktijk zal je een kind van 4 maanden nog geen pindakaas of ei geven. Maar vanaf 6 maanden kan een kind heel goed pindakaas als broodbeleg krijgen of goed gegaarde vis of ei in een groentehapje. Als een kind familiaire aanleg voor allergieën heeft, is begeleiding van een kinderdiëtist of arts nodig.6

Een vroege introductie van allergenen – vanaf 4 maanden – kan het risico op een voedselallergie verlagen

STAP 7

En dan bereikt de baby die magische leeftijdsgrens van 12 maanden. De meeste kinderen zullen grotendeels, nog niet volledig, met de pot mee-eten. En dat is ook niet erg. Waar het nu om gaat is dat ouders blijven toewerken naar het dagritme van 3 hoofdmaaltijden en 2 voedzame tussendoortjes, zoals groente of fruit, maar ook crackers met gezond beleg.8 Ook mag een dreumes nu gewone melkproducten. Er is onvoldoende bewijs dat peutermelk beter is voor een kind – al blijft de ijzervoorziening een aandachtspunt. Daarom kan men het advies geven om naast volkorenproducten ook groente of fruit aan te bieden bij de broodmaaltijden, zodat het ijzer makkelijker wordt opgenomen.8

Voorkom stress

Ouders tijdig adviseren over het afvlakken van de groei en eetlust tijdens de dreumesfase kan veel stress en gedoe voorkomen. Minder eten in combinatie met peuterkoppigheid en/of neofobie kan ouders behoorlijk onzeker maken. Het állerbelangrijkste advies is echter: heb geduld en durf los te laten. Dat laatste gaat ouders makkelijker af als ze zich niet druk hoeven te maken om hoeveelheden. Benadruk daarom dat het bieden van variatie en verschillende smaken aan jonge kinderen meestal belangrijker is dan hoeveel er wordt gegeten.9

Eetopvoeding

In een periode waarin de ene intense fase na de andere komt, biedt structuur uitkomst voor kind én ouders. De vaste eetmomenten aan tafel met vooral basisvoedingsmiddelen en ongezoete dranken, zoals water, vormen daarvoor de basis. De eetopvoeding wordt pas echt compleet als het kind ook de ruimte en tijd krijgt om zelf te leren eten. Adviseer ouders daarom om smaken te blijven aanbieden, zelf het goede voorbeeld te geven en geen strijd te maken van niet-eten. Dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Maar als zorgprofessional kun je met concreet advies en een steuntje in de rug op de juiste momenten, ouders goed op weg helpen.


Referenties

  1. Beauchamp GK et al. Early flavour learning and its impact on later feeding behaviour. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2009;48:S25-S30.
  2. De Cosmi V et al. Early taste experiences and later food choices. Nutrients 2017; 9(2):107. doi:10.3390/nu9020107.
  3. Vereijken CMJL et al. Feeding infants and young children. From guidelines to practice-conclusions and further directions. Appetite 2011;57:839-43.
  4. Harris G et al. Are there sensitive periods for food acceptance in infancy? Curr Nutr Rep 2017;6:190.doi:10.1007/s13668-017-0203-0.
  5. Schwartz C et al. Development of healthy eating habits early in life. Review of recent evidence and selected guidelines. Appetite 2011;57:796-807.
  6. Fewtrell M et al. Complementary feeding : a position paper by the European Society for Paediatric Gastroenterology, Hepatology, and Nutrition (ESPGHAN) Committee on Nutrition. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2017;64(1):119-32. doi: 10.1097/MPG.0000000000001454
  7.  Johnson SL. Developmental and environmental influences on young children’s vegetable preferences and consumption. Adv Nutr 2016;7(suppl):220S-31S
  8. Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. Richtlijn Voeding en eetgedrag (2013, aanpassing 2017) (https://www.ncj.nl/richtlijnen/alle-richtlijnen/richtlijn/?richtlijn=4)
  9. Birch LL et al. Learning to eat: birth to age 2y. Am J Clin Nutr 2014;99(suppl):723S-8S.

De auteurs

Manon van Eijsden en Michelle van Roost richtten een jaar geleden het communicatie- & adviesbureau Voedingsjungle op. Hun missie: ouders concrete en wetenschappelijk onderbouwde antwoorden geven in ‘de jungle’ van voedingsberichten. De adviezen baseert Voedingsjungle op de richtlijnen Goede Voeding, aangevuld met wetenschappelijk onderbouwde kennis. Binnenkort verschijnt hun boek ‘Wegwijs in de voedingsjungle’.

Voor de NZO hebben Manon en Michelle ook de inhoud samengesteld van de nieuwe brochures over gezond eten voor jonge kinderen. Deze brochures zijn ontwikkeld op basis van de richtlijnen van de Gezondheidsraad, het Voedingscentrum en het Ivoren Kruis en zijn gratis te bestellen door (kinder)diëtisten, verloskundigen en andere zorgprofessionals.