Erfelijke aanleg overgewicht eerder tot uiting in obesogene omgeving

Deel dit artikel:

 

Kinderen worden niet automatisch te dik als ze daar een erfelijke aanleg voor hebben. Die aanleg voor overgewicht komt wel sterker tot uiting in een omgeving die overgewicht in de hand werkt. Dit blijkt uit Engels onderzoek bij tweelingen waaraan het Radboudumc meewerkte. De onderzoekers benadrukken dat het stimuleren van een gezonde leefomgeving daarom extra belangrijk is voor kinderen met een aanleg voor overgewicht.

Tekst: Angela Severs

Tweelingonderzoek
Bij het onderzoek, dat werd gepubliceerd in JAMA Pediatrics, is gekeken naar de relatie tussen genen en de BMI bij ruim 1.800 Engelse tweelingkinderen in de leeftijd tot vier jaar. Ze deden dit in zowel hoog als laag ‘obesogene’ omgevingen. Een derde van de groep bestond uit eeneiige tweelingen, en twee derde uit twee-eiige tweelingen. Tweelingkinderen lenen zich goed voor dit type onderzoek, omdat ze vaak onder dezelfde omstandigheden opgroeien. Eeneiige tweelingen zijn genetisch identiek. Twee-eiige tweelingen komen genetisch gezien maar voor 50 procent overeen.

Effect omgeving op een- en twee-eiige tweelingen
De onderzoekers zagen dat in een omgeving met een hoog risico op overgewicht (obesogeen) de BMI’s van de eeneiige tweelingen meer op elkaar leken dan bij de twee-eiige tweelingen. In een laag obesogene omgeving was er weinig verschil tussen beide groepen. De conclusie: in een obesogene omgeving speelt erfelijkheid van (over)gewicht een grotere rol.

Veel verleidingen en erfelijke aanleg: groter risico op overgewicht
Ellen van Jaarsveld, universitair docent en epidemioloog bij Radboudumc en één van de auteurs van de publicatie legt uit hoe het zit: ‘Als je in een omgeving leeft zonder verleidingen om veel te eten, maakt het niet veel uit of je een erfelijke aanleg hebt. Je BMI blijft wel oké. In een omgeving met veel verleidingen komt die erfelijkheid wel meer tot uiting.’ Kinderen worden dus niet automatisch te dik als ze daar een erfelijke aanleg voor hebben. Van Jaarsveld: ‘Zo werkt het niet. Je moet nog steeds meer calorieën eten dan dat je compenseert door te bewegen. Maar je hebt met die aanleg wel meer risico op overgewicht als je meer blootstaat aan verleidingen.’

Kinderen worden niet automatisch te dik als ze daar een erfelijke aanleg voor hebben

Ook op gewicht blijven moeilijker bij erfelijke aanleg
De erfelijke aanleg voor overgewicht bepaalt ook hoe goed kinderen op gezond gewicht kunnen blijven. Wie erfelijk belast is, moet daar meer moeite voor doen. Voor kinderen zonder erfelijke aanleg is dat makkelijker, aldus Van Jaarsveld: ‘Sommige kinderen hebben van nature lol in bewegen, of vinden gezond voedsel lekker. Maar als je niet van sporten houdt en dol bent op zoetigheid, is het veel moeilijker om een gezond gewicht te houden. Zeker in een obesogene omgeving.’

Bron: Radboud Universiteit